عَنْ مُعَاذِ بْنِ جَبَلٍ رضي الله عنه:
أَنَّ رَسُولَ صَلَّى عَلَيْهِ وَسَلَّمَ أَخَذَ بِيَدِهِ، وَقَالَ: «يَا مُعَاذُ، وَاللَّهِ إِنِّي لَأُحِبُّكَ»، فَقَالَ: «أُوصِيكَ يَا مُعَاذُ لَا تَدَعَنَّ فِي دُبُرِ كُلِّ صَلَاةٍ تَقُولُ: اللَّهُمَّ أَعِنِّي عَلَى ذِكْرِكَ وَشُكْرِكَ وَحُسْنِ عِبَادَتِكَ».
[صحيح] - [رواه أبو داود والنسائي وأحمد] - [سنن أبي داود: 1522]
المزيــد ...
Overgeleverd van Moad ibn Jabal (moge Allah tevreden met hem zijn):
Dat de boodschapper (vrede zij met hem) de hand van Moad ibn Jabal vastgreep en zei: "O Moad, bij Allah, ik hou werkelijk van jou.' Toen zei hij: 'Ik adviseer jou, o Moad, laat na elke gebed niet na te zeggen: 'O Allah, help mij U te herinneren, U te danken en U op de beste manier te aanbidden".
[Authentiek] - - [Soenan Abi Dawoed - 1522]
De profeet (vrede zij met hem) greep de hand van Moad ibn Jabal (moge Allah tevreden met hem zijn) vast en zei tegen hem: "Bij Allah, ik hou werkelijk van jou. Ik adviseer jou, o Moad, laat na elke gebed niet na te zeggen: (O Allah, help mij om U te gedenken) in elk woord en elke daad die mij dichter bij gehoorzaamheid brengt, (en U te danken) door het verkrijgen van gunsten en het afwenden van toorn, (en U op de beste manier te aanbidden) en door oprecht aanbidding van U en het volgen van de profeet (vrede zij met hem).