عَنْ حُذَيْفَةَ رضي الله عنه أَنَّ رَسُولَ اللهِ صَلَّى اللهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ قَالَ:
«لَا تَقُولُوا: مَا شَاءَ اللهُ وَشَاءَ فُلَانٌ، وَلَكِنْ قُولُوا: مَا شَاءَ اللهُ ثُمَّ شَاءَ فُلَانٌ».

[صحيح بمجموع طرقه] - [رواه أبو داود والنسائي في الكبرى وأحمد]
المزيــد ...

Het is geleverd van Hoedayfa (moge Allah tevreden zijn met hem ) dat de boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei:
Zeg niet: 'Wat Allah wilde en wat die persoon wilde,' maar zeg: 'Wat Allah wilde en vervolgens wat die persoon wilde.

Authentiek - [An-Nasaa’i]

Uitleg

De profeet (vrede zij met hem), verbood een moslim te zeggen in zijn gesprek: 'Wat Allah wilde en wat die persoon wilde.'" Of 'Wat Allah wilde' en 'die persoon wilde. Dit komt doordat de wil van Allah absoluut en onafhankelijk is, en niemand deelt daarin. In het gebruik van het verbindingswoord ('و' en) in deze context is er een impliciete notie van deelname van iemand naast Allah en een gelijkstelling tussen hen. Maar men zegt: "Wat Allah wilde, en dan wilde die persoon." In dit geval maakt het woord ('ثم' dan) de wil van de dienaar afhankelijk van de wil van Allah, in plaats van het verbindingswoord ('و' en), omdat ( 'ثم' dan) een gevoel van volgorde en vertraging aanduidt.

Vertaling: Engels Frans Spaans Truks Urdu Indonesisch Bosnisch Russisch Bengaals Chinees Perzisch Tagalog Hindi Vietnamees Singalees Oeigoers Koerdisch Hausa Portugees Malayalam Swahili Tamil Thais Pasjtoe Assamese Zweeds Amhaarse vertaling Gujarati Dari
Weergave van de vertalingen

De voordelen van de overlevering

  1. Het is verboden om te zeggen: 'ما شاء الله وشئت' (wat Allah wil en wat jij wilt), en soortgelijke uitdrukkingen waarin de wil van Allah wordt gekoppeld aan het woord ('و'en), omdat dit wordt beschouwd als een vorm van het associëren van partnerschap in woorden en uitspraken met Allah.
  2. Het is toegestaan om te zeggen: 'ما شاء الله ثم شئت' (wat Allah wil en vervolgens wat jij wilt), en soortgelijke uitdrukkingen waarin de wil van Allah wordt gekoppeld aan ('ثمَّ' vervolgens), omdat het vermijden van het ongewenste effect hiermee wordt verzekerd.
  3. Het bevestigen van de wil van Allah, het bevestigen van de wil van de dienaar, en dat de wil van de dienaar ondergeschikt is aan de wil van Allah de Verhevene.
  4. Het verbod op het betrekken van de schepping in de wil van Allah, zelfs als het slechts met woorden is.
  5. Als iemand gelooft dat de wil van de dienaar gelijk is aan de wil van Allah, zowel in termen van alomvattendheid als absolute autonomie, dan is dat een vorm van ernstige associatie (shirk). Als men echter gelooft dat de wil van de dienaar ondergeschikt is aan de wil van Allah, dan is dit een mindere vorm van associatie (shirk).