عَنْ صُهَيْبٍ رضي الله عنه عَنِ النَّبِيِّ صَلَّى اللهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ قَالَ:
«إِذَا دَخَلَ أَهْلُ الْجَنَّةِ الْجَنَّةَ، قَالَ: يَقُولُ اللهُ تَبَارَكَ وَتَعَالَى: تُرِيدُونَ شَيْئًا أَزِيدُكُمْ؟ فَيَقُولُونَ: أَلَمْ تُبَيِّضْ وُجُوهَنَا؟ أَلَمْ تُدْخِلْنَا الْجَنَّةَ، وَتُنَجِّنَا مِنَ النَّارِ؟ قَالَ: فَيَكْشِفُ الْحِجَابَ، فَمَا أُعْطُوا شَيْئًا أَحَبَّ إِلَيْهِمْ مِنَ النَّظَرِ إِلَى رَبِّهِمْ عَزَّ وَجَلَّ».
[صحيح] - [رواه مسلم] - [صحيح مسلم: 181]
المزيــد ...
Overgeleverd door Sohaib (moge Allah tevreden met hem zijn) van de profeet (vrede zij met hem):
"Wanneer de bewoners van het paradijs het paradijs binnengaan, zegt Allah, de Verhevene en de Glorieuze: “Willen jullie nog iets extra’s van Mij?” Zij zullen antwoorden: “Zijn onze gezichten niet wit (stralend) gemaakt? Zijn we niet het paradijs binnengetreden en zijn we niet gered van het Vuur?” Dan zal Allah het gordijn oplichten en wat zij dan ontvangen is niets dat hen dierbaarder zal zijn dan de aanschouwing van hun Heer, de Verhevene en de Glorieuze.
[Authentiek] - [Overgeleverd door Moeslim] - [Sahih Moeslim - 181]
De profeet (vrede zij met hem) informeert ons dat wanneer de bewoners van het paradijs het paradijs binnengaan, Allah, de Verhevene en Verheerde, tot hen zal zeggen:
Willen jullie nog iets extra?
Dan zullen de bewoners van het paradijs gezamenlijk antwoorden: ‘Zijn onze gezichten niet wit (stralend) gemaakt? Zijn we niet het paradijs binnengetreden en zijn we niet gered van het Vuur?
Allah zal dan het gordijn oplichten—en Zijn gordijn is van licht—en niets zal hen geliefder zijn dan het aanschouwen van hun Heer, de Verhevene en Verheerde.