عَنْ عَلِيٍّ رَضيَ اللهُ عنهُ أَنَّ مُكَاتَبًا جَاءَهُ، فَقَالَ: إِنِّي قَدْ عَجَزْتُ عَنْ مُكَاتَبَتِي فَأَعِنِّي، قَالَ: أَلاَ أُعَلِّمُكَ كَلِمَاتٍ عَلَّمَنِيهِنَّ رَسُولُ اللهِ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ، لَوْ كَانَ عَلَيْكَ مِثْلُ جَبَلِ صِيرٍ دَيْنًا أَدَّاهُ اللَّهُ عَنْكَ، قَالَ:
«قُلْ: اللَّهُمَّ اكْفِنِي بِحَلاَلِكَ عَنْ حَرَامِكَ، وَأَغْنِنِي بِفَضْلِكَ عَمَّنْ سِوَاكَ».
[حسن] - [رواه الترمذي] - [سنن الترمذي: 3563]
المزيــد ...
Ali (moge Allah tevreden zijn met hem) zei dat een man die een contract tot vrijheid met zijn meester had afgesloten, naar hem toe kwam en zei: "Ik ben niet in staat mijn verplichtingen in dit contract na te komen, kunt u mij helpen?" Ali zei: "Zal ik je enkele woorden leren die de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) mij heeft geleerd? Zelfs als je een schuld zo groot als de berg Sir, zou hebben, zou Allah het voor jou vereffenen." Hij zei:
"Zeg: ‘O Allah, voorzie mij van het geoorloofde en behoed mij voor het verboden en verrijk mij door Uw gunst zodat ik niemand anders dan U nodig heb."
[Goed] - [Overgeleverd door At-Tirmidhi - Overgeleverd door Ahmed] - [Soenan At-Tirmidhi - 3563]
Er kwam een man, die een slaaf was, naar Amir al-Moe'minin Ali ibn Abi Talib (moge Allah tevreden zijn met hem ). Deze man had met zijn meester een overeenkomst gesloten om zijn vrijheid te kopen en zichzelf te bevrijden om een vrij man te worden, maar hij had geen geld. Toen zei hij: "Ik ben niet in staat om mijn schuld af te lossen; help mij deze te vereffenen, ofwel met geld, ofwel door onderwijs en begeleiding." Amir al-Moe'minin antwoordde hem: "Zal ik je woorden aanleren die de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) mij heeft aangeleerd? Als je een schuld zou hebben zo groot als de berg 'Sir', die toebehoort aan de stam Tayyi’, dan zou Allah die namens jou aan de schuldeiser aflossen en je bevrijden van de vernedering ervan. Zeg: "Zeg: ‘O Allah, voorzie mij van het geoorloofde en behoed mij voor het verboden en verrijk mij door Uw gunst zodat ik niemand anders dan U nodig heb." (O Allah, voorzie mij) keer mij af en verwijder mij (van het geoorloofde) verrijk mij daardoor (van) niet in het verboden vallen (en verrijk) en voorzie mij (door Uw gunst) en uw overvloed (zodat ik niemand anders dan U nodig heb) van schepsels.