عَنْ عَائِشَةَ أُمِّ المؤْمنينَ رَضيَ اللهُ عنها قَالَت:
كَانَ رَسُولُ اللهِ صَلَّى اللهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ إِذَا أَتَى الْمَرِيضَ يَدْعُو لَهُ قَالَ: «أَذْهِبِ الْبَاسَ، رَبَّ النَّاسِ، وَاشْفِ أَنْتَ الشَّافِي، لَا شِفَاءَ إِلَّا شِفَاؤُكَ، شِفَاءً لَا يُغَادِرُ سَقَمًا».
[صحيح] - [متفق عليه] - [صحيح مسلم: 2191]
المزيــد ...
Aisha, de moeder der gelovigen, moge Allah tevreden zijn met haar, heeft gezegd:
De Boodschapper van Allah, (vrede zij met hem), gebruikte de volgende smeekbeden wanneer hij een zieke bezocht:"Verwijder de pijn, Heer der mensen, genees U bent de genezer. Er is geen genezing behalve Uw genezing, een genezing die geen ziekte achterlaat".
[Authentiek] - [Overeengekomen tussen al-Boekhari en Moeslim] - [Sahih Moeslim - 2191]
De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei wanneer hij een zieke bezocht deed hij een smeekbede voor hem en zei : O Allah, (verwijder) en verdrijf (de pijn) en de zware ziekte, (Heer der mensen), hun Schepper en Opvoeder. (Genees) deze zieke, (U) Glorie zij U, (Genezer). (Er is geen genezing) voor de zieke (behalve Uw genezing) en gezondheid. (Een genezing die) absoluut is en (laat niets) en blijft niet achter en laat (ziekte) en een andere aandoening achter.