عَنِ الْبَرَاءِ رَضيَ اللهُ عنه قَالَ:
مَا رَأَيْتُ مِنْ ذِي لِمَّةٍ أَحْسَنَ فِي حُلَّةٍ حَمْرَاءَ مِنْ رَسُولِ اللهِ صَلَّى اللهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ، شَعْرُهُ يَضْرِبُ مَنْكِبَيْهِ، بَعِيدَ مَا بَيْنَ الْمَنْكِبَيْنِ، لَيْسَ بِالطَّوِيلِ وَلَا بِالْقَصِيرِ.
[صحيح] - [متفق عليه] - [صحيح مسلم: 2337]
المزيــد ...
Al-Baraa’ ibn ‘Aazib, moge Allah tevreden zijn over hem, zei:
"Nooit heb ik iemand met halflang haar gezien die in een rood gewaad bekoorlijker was dan de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem). Zijn haar reikte tot zijn schouders, zijn schouders waren breed en krachtig gebouwd, en hij was noch groot van gestalte, noch klein van postuur."
[Authentiek] - [Overeengekomen tussen al-Boekhari en Moeslim] - [Sahih Moeslim - 2337]
Al-Baraa' ibn Aazib — moge Allah tevreden met hem zijn — vertelt dat hij nooit iemand heeft gezien wiens hoofdhaar zo lang was dat het zijn schouders raakte en die gehuld was in een zwarte wikkeldoek en mantel, versierd met rode strepen, die indrukwekkender en bekoorlijker was dan de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem). Wat betreft zijn fysieke verschijning: de afstand tussen zijn schouders was ruim, zijn borstkas breed en open, en zijn gestalte was evenwichtig noch lang, noch klein van postuur.