عَنْ أَبِي ذَرٍّ رَضِيَ اللَّهُ عَنْهُ أَنَّهُ سَمِعَ النَّبِيَّ صَلَّى اللهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ يَقُولُ:
«لاَ يَرْمِي رَجُلٌ رَجُلًا بِالفُسُوقِ، وَلاَ يَرْمِيهِ بِالكُفْرِ، إِلَّا ارْتَدَّتْ عَلَيْهِ، إِنْ لَمْ يَكُنْ صَاحِبُهُ كَذَلِكَ».
[صحيح] - [متفق عليه] - [صحيح البخاري: 6045]
المزيــد ...
Aboe Dharr (moge Allah tevreden met hem zijn) leverde over dat hij de Profeet (vrede zij met hem) heeft horen zeggen:
"Laat geen man een ander man beschuldigen van immoraliteit of ongeloof, tenzij die beschuldigingen op hem van toepassing zijn, anders zal de beschuldiger zelf met die kwalificaties belast worden."
[Authentiek] - [Overeengekomen tussen al-Boekhari en Moeslim] - [Sahih al-Boekhari - 6045]
De Profeet (vrede zij met hem) waarschuwde dat als iemand een ander beschuldigt van immoraliteit of ongeloof en als de beschuldigde niet daadwerkelijk zo is, de beschuldiger zelf als zodanig wordt beschouwd en zijn uitspraak op hem terugvalt. Als de beschuldigde echter werkelijk zo is, valt de beschuldiging niet op hem terug omdat deze dan de waarheid heeft gesproken.