عَن أَبي عَبْدِ اللهِ الْجَدَلِيِّ قَالَ: سَأَلْتُ عَائِشَةَ أُمِّ المؤْمنينَ رَضيَ اللهُ عنها عَنْ خُلُقِ رَسُولِ اللهِ صلى الله عليه وسلم فَقَالَتْ:
لَمْ يَكُنْ فَاحِشًا وَلَا مُتَفَحِّشًا وَلَا صَخَّابًا فِي الْأَسْوَاقِ، وَلَا يَجْزِي بِالسَّيِّئَةِ السَّيِّئَةَ وَلَكِنْ يَعْفُو وَيَصْفَحُ.
[صحيح] - [رواه الترمذي وأحمد] - [سنن الترمذي: 2016]
المزيــد ...
Overgeleverd door Aboe Abdallah al-Djadali: Ik vroeg Aisha, de moeder der gelovigen, moge Allah tevreden zijn met haar, naar het karakter van de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) en zij antwoordde:
Hij was niet grof in zijn spreken, noch vulgair en hij was niet luidruchtig op de markten. Hij vergold kwaad niet met kwaad, maar hij vergaf en toonde verdraagzaamheid.
[Authentiek] - [Overgeleverd door At-Tirmidhi en Ahmed] - [Soenan At-Tirmidhi - 2016]
De moeder der gelovigen, Aisha, moge Allah tevreden zijn met haar, werd gevraagd naar het karakter van de Profeet (vrede zij met hem) en zij antwoordde: Hij had geen neiging tot grofheid of lelijkheid in zijn woorden en daden, noch zocht hij opzettelijk het vulgaire op. Hij was geen luidruchtige die zijn stem in de markten verhief en hij vergold kwaad niet met kwaad, maar beloonde het met het goede. Hij vergaf in zijn hart en toonde uitwendig vergevingsgezindheid en wende zich ervan af."