عَنْ أَنَسِ بْنِ مَالِكٍ رَضِيَ اللَّهُ عَنْهُ قَالَ: قَالَ رَسُولُ اللَّهِ صَلَّى اللهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ:
«انْصُرْ أَخَاكَ ظَالِمًا أَوْ مَظْلُومًا». فَقَالَ رَجُلٌ: يَا رَسُولَ اللَّهِ، أَنْصُرُهُ إِذَا كَانَ مَظْلُومًا، أَفَرَأَيْتَ إِذَا كَانَ ظَالِمًا كَيْفَ أَنْصُرُهُ؟ قَالَ: « تَحْجُزُهُ -أَوْ تَمْنَعُهُ- مِنَ الظُّلْمِ؛ فَإِنَّ ذَلِكَ نَصْرُهُ».
[صحيح] - [رواه البخاري] - [صحيح البخاري: 6952]
المزيــد ...
Anas bin Malik, moge Allah tevreden met hem zijn, zei: De Boodschapper van Allah,(vrede zij met hem) zei:
"Sta je broeder bij, zowel in onrecht als wanneer hij onrecht ondergaat" Daarop vroeg een man: “O Boodschapper van Allah, ik begrijp dat ik hem moet bijstaan wanneer hij onrecht ondergaat, maar hoe sta ik hem bij als hij onrecht pleegt?" De Profeet (vrede zij met hem) antwoordde:“Je staat hem bij door hem tegen te houden en hem te weerhouden van het onrecht; dat is zijn ware bijstand.”
[Authentiek] - [Overgeleverd door Al-Boekhari] - [Sahih al-Boekhari - 6952]
De Profeet (vrede zij met hem) beval de moslim om zijn broeder te steunen, ongeacht of deze een onderdrukker of een onderdrukte is. Toen zei een man: "O Boodschapper van Allah, ik begrijp hoe ik hem moet steunen wanneer hij wordt onderdrukt, namelijk door het onrecht van hem weg te nemen. Maar hoe kan ik hem steunen wanneer hij onrecht pleegt?" Hij antwoordde: "Je dient hem te weerhouden, hem tegen te houden en zijn handen te beteugelen. Je dient hem te verhinderen het onrecht te begaan, want daarin ligt juist zijn ware steun, het is zijn overwinning op zijn duivel en op zijn eigen neiging tot het kwaad."