عَنْ أَبِي مُوسَى رَضيَ اللهُ عنه عَنِ النَّبِيِّ صَلَّى اللهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ قَالَ:
«مَثَلُ مَا بَعَثَنِي اللَّهُ بِهِ مِنَ الهُدَى وَالعِلْمِ كَمَثَلِ الغَيْثِ الكَثِيرِ أَصَابَ أَرْضًا، فَكَانَ مِنْهَا نَقِيَّةٌ، قَبِلَتِ المَاءَ، فَأَنْبَتَتِ الكَلَأَ وَالعُشْبَ الكَثِيرَ، وَكَانَتْ مِنْهَا أَجَادِبُ، أَمْسَكَتِ المَاءَ، فَنَفَعَ اللَّهُ بِهَا النَّاسَ، فَشَرِبُوا وَسَقَوْا وَزَرَعُوا، وَأَصَابَتْ مِنْهَا طَائِفَةً أُخْرَى، إِنَّمَا هِيَ قِيعَانٌ لاَ تُمْسِكُ مَاءً وَلاَ تُنْبِتُ كَلَأً، فَذَلِكَ مَثَلُ مَنْ فَقُهَ فِي دِينِ اللَّهِ وَنَفَعَهُ مَا بَعَثَنِي اللَّهُ بِهِ، فَعَلِمَ وَعَلَّمَ، وَمَثَلُ مَنْ لَمْ يَرْفَعْ بِذَلِكَ رَأْسًا، وَلَمْ يَقْبَلْ هُدَى اللَّهِ الَّذِي أُرْسِلْتُ بِهِ».
[صحيح] - [متفق عليه] - [صحيح البخاري: 79]
المزيــد ...
Aboe Moessa Al-Ash'ari, moge Allah tevreden zijn met hem, zei dat de profeet (vrede zij met hem) zei:
“De gelijkenis van hetgeen Allah mij heeft gezonden aan leiding en kennis, is als die van een overvloedige regen die neerdaalt op een stuk land. Een deel ervan is zuiver en vruchtbaar: het neemt het water op, laat overvloedig gras en gewas ontspruiten. Een ander deel is hard en dor: het houdt het water vast, zodat de mensen er baat bij hebben — zij drinken ervan, drenken hun vee en beplanten hun akkers. En dan is er een derde soort grond: vlak en onvruchtbaar, die noch water vasthoudt, noch enig groen voortbrengt. Ziedaar de vergelijking met wie inzicht verwerft in de religie van Allah en zich laat leiden door wat Allah mij heeft meegegeven — hij vergaart kennis en verspreidt haar. En zie daar ook het beeld van wie zich er niets van aantrekt, het hoofd ervoor afwendt en de goddelijke leiding die mij gegeven is niet aanvaardt.”
[Authentiek] - [Overeengekomen tussen al-Boekhari en Moeslim] - [Sahih al-Boekhari - 79]
De Profeet (vrede zij met hem ) beeldde, vol bewondering, degene uit die profiteert van hetgeen hij heeft gebracht aan leiding en kennis die tot het hoogste doel leidt, door dit te vergelijken met aarde waarop overvloedige regen neerdaalt. Die aarde valt uiteen in drie categorieën: Ten eerste: vruchtbare, reine en zuivere grond die het water van de regen opneemt, waarop er talrijke planten en gewassen ontspruiten, zowel frisgroen als dor, waarmee de mensen baat vinden. Ten tweede: Een bodem die het water wel vasthoudt, maar waarop zelf geen gewassen groeien; ze bewaart het water zodat de mensen er profijt van hebben, zij drinken ervan, drenken hun vee en bewerken hun akkers ermee. Ten derde: Een vlakke, harde, onvruchtbare aarde die noch het water vasthoudt, noch iets laat groeien, zij profiteert zelf niet van het water, noch brengt zij nut voort voor anderen. Zo vergaat het eveneens degenen die de boodschap van kennis en leiding van de Profeet (vrede zij met hem) ontvangen. De eerste categorie betreft degene die diepgaand kennis opdoet van de godsdienst van Allah, ernaar handelt en zijn verworven kennis ook onderwijst aan anderen. Hij is als de vruchtbare aarde die zelf het water opneemt, er voordeel uit haalt en vervolgens ook anderen laat profiteren door gewassen te laten groeien. De tweede categorie betreft degene die kennis weliswaar bewaart, maar die geen diepgaand inzicht of vermogen tot afleiding van nieuwe kennis bezit; hij verzamelt kennis en wijdt er zijn tijd aan, maar handelt er niet volledig naar of begrijpt niet alles wat hij vergaart. Hij is een middel voor anderen, net als de aarde die het water vasthoudt waaruit de mensen drinken, ook al brengt zij zelf geen gewassen voort. De derde categorie betreft degene die kennis wel hoort, maar die noch bewaart, noch toepast, noch overbrengt op anderen. Hij is als een dorre, onvruchtbare bodem die niets voortbrengt, het water niet vasthoudt of het zelfs voor anderen bederft.