Hadith: O Boodschapper van Allah, stel dat er iemand komt die mijn bezit van mij wil afnemen?”

عَنْ أَبِي هُرَيْرَةَ رَضيَ اللهُ عنه قَالَ:
جَاءَ رَجُلٌ إِلَى رَسُولِ اللهِ صَلَّى اللهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ، فَقَالَ: يَا رَسُولَ اللهِ، أَرَأَيْتَ إِنْ جَاءَ رَجُلٌ يُرِيدُ أَخْذَ مَالِي؟ قَالَ: «فَلَا تُعْطِهِ مَالَكَ» قَالَ: أَرَأَيْتَ إِنْ قَاتَلَنِي؟ قَالَ: «قَاتِلْهُ» قَالَ: أَرَأَيْتَ إِنْ قَتَلَنِي؟ قَالَ: «فَأَنْتَ شَهِيدٌ»، قَالَ: أَرَأَيْتَ إِنْ قَتَلْتُهُ؟ قَالَ: «هُوَ فِي النَّارِ».
[صحيح] - [رواه مسلم] - [صحيح مسلم: 140]

Aboe Hoerayra (moge Allah tevreden zijn met hem ) zei:
"Een man kwam tot de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) en zei:“O Boodschapper van Allah, stel dat er iemand komt die mijn bezit van mij wil afnemen?”De Profeet (vrede zij met hem) antwoordde: “Geef hem jouw bezit niet.” De man vroeg: “En wat als hij mij bestrijdt?” De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Bestrijd hem.” De man vroeg: “En wat als hij mij doodt?” De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Dan ben jij een martelaar.” De man vroeg:“En wat als ik hem dood?” De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Dan is hij verdoemd tot het Vuur.”
[Authentiek] - [Overgeleverd door Moeslim] - [Sahih Moeslim - 140]

Uitleg

Een man kwam tot de Profeet (vrede zij met hem) en vroeg: “O Boodschapper van Allah, stel dat er iemand komt die mijn bezit wil afnemen?” De Profeet (vrede zij met hem) antwoordde:“Het is niet jouw plicht je gewonnen te geven en hem jouw bezit te overhandigen.” De man vroeg verder: “En als hij mij aanvalt?” De Profeet (vrede zij met hem) zei:“Dan staat het je toe jezelf te verdedigen, zelfs met geweld.” De man vroeg: “En als hij mij doodt?” De Profeet (vrede zij met hem) zei:“Dan ben jij een martelaar.” De man vroeg: “En als ik hem dood?” De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Dan verdient hij de bestraffing van het Hellevuur op de Dag der Opstanding.”

De voordelen van de overlevering

1. Imam An-Nawawi zei: “Het verdedigen van iemands familie en eer is zonder meningsverschil verplicht. Over zelfverdediging, wanneer dit leidt tot doden, bestaat verschil van mening binnen onze rechtschool en daarbuiten. Wat betreft de verdediging van bezit, die is toegestaan, maar niet verplicht.”
2. Deze overlevering toont aan dat kennis voorafgaat aan handelen; de metgezel vroeg de Profeet (vrede zij met hem) eerst om opheldering alvorens te handelen.
3. Het is aanbevolen om bij het afweren van een aanvaller stapsgewijs te werk te gaan: eerst met woorden, vervolgens door hulp in te roepen en pas als uiterste middel door fysieke verdediging. Indien het toch tot een gevecht komt, moet het doel zijn de aanvaller af te weren, niet hem te doden.
4. Het bloed, bezit en de eer van een moslim zijn heilig en ontoelaatbaar om aan te tasten.
5. An-Nawawi zei: “Er zijn drie categorieën martelaren (shoehadaʾ):
6. 1. Degene die wordt gedood in de strijd tegen de ongelovigen, omwille van het geloof; hij geniet zowel het wereldlijke statuut van martelaar — hij wordt niet gewassen of over hem gebeden — als de hemelse beloning van de martelaren. 2. Degene die wordt gedood door bijvoorbeeld buikziekte, pest, instorting van een gebouw of bij het verdedigen van zijn bezit; hij krijgt in het Hiernamaals de beloning van een martelaar, maar wordt wel gewassen en het dodengebed wordt voor hem verricht. 3.Degene die zich schuldig maakte aan verraad met oorlogsbuit of andere zonden die in de overleveringen genoemd worden; als hij in de strijd sneuvelt, krijgt hij de uiterlijke behandeling van een martelaar, maar niet de volledige beloning in het Hiernamaals.