عَنْ مُعَاذَةَ قَالَتْ:
سَأَلْتُ عَائِشَةَ، فَقُلْتُ: مَا بَالُ الْحَائِضِ تَقْضِي الصَّوْمَ، وَلَا تَقْضِي الصَّلَاةَ؟ فَقَالَتْ: أَحَرُورِيَّةٌ أَنْتِ؟ قُلْتُ: لَسْتُ بِحَرُورِيَّةٍ، وَلَكِنِّي أَسْأَلُ. قَالَتْ: كَانَ يُصِيبُنَا ذَلِكَ، فَنُؤْمَرُ بِقَضَاءِ الصَّوْمِ، وَلَا نُؤْمَرُ بِقَضَاءِ الصَّلَاةِ.
[صحيح] - [متفق عليه] - [صحيح مسلم: 335]
المزيــد ...
Overgeleverd door Mo‘aadha — moge Allah haar genadig zijn — die zei:
Ik vroeg aan Aïcha — moge Allah tevreden over haar zijn —: ‘'Wat is de reden dat een menstruerende vrouw haar vasten moet inhalen, maar haar gebed niet hoeft in te halen?'’ Daarop antwoordde Aïcha: ‘Ben jij soms een Haroeriyyah?’ (bedoelend: behoor je tot de extremistische stroming die uit Haroeraa’ is voortgekomen?). Ik zei: ‘Nee, ik behoor daar niet toe, ik stel slechts een vraag.’ Toen zei zij: ‘Dat overkwam ons eveneens, en wij werden opgedragen het vasten in te halen, maar wij kregen niet de opdracht het gebed in te halen.’'
[Authentiek] - [Overeengekomen tussen al-Boekhari en Moeslim] - [Sahih Moeslim - 335]
Mo‘aadha al-‘Adawiyya vroeg aan Moeder der Gelovigen Aïcha (moge Allah tevreden over haar zijn) en zei: “Wat is de reden dat een menstruerende vrouw het vasten moet inhalen, maar het gebed niet hoeft in te halen?” Daarop antwoordde Aïcha haar: “Ben jij soms van de Haroeriyyah — de extremistische Khawaaridj — die zich overdadig verliezen in het stellen van vragen uit halsstarrigheid en buitensporige strengheid?” Ik zei: “Nee, ik behoor niet tot de Haroeriyyah, ik stel slechts een vraag.” Toen zei Aïcha: “Ook wij maakten dat mee in de tijd van de Profeet (vrede zij met hem) en wij kregen het bevel het vasten in te halen, maar wij kregen niet de opdracht het gebed in te halen.”