Hadith: Dat de Profeet Mohammed (vrede zij met hem) bij geen enkele vrijwillige aanbidding zo zorgvuldig en standvastig was, noch er zoveel ijver en toewijding voor aan de dag legde, als voor de twee aanbevolen gebedsrak‘aat vóór het ochtendgebed (fadjr)

عن عائشةَ أمِّ المؤْمنِين رضي الله عنها قالت:
لَمْ يَكُنِ النَّبِيُّ صَلَّى اللهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ عَلَى شَيْءٍ مِنَ النَّوَافِلِ أَشَدَّ مِنْهُ تَعَاهُدًا عَلَى رَكْعَتَيِ الفَجْرِ.
[صحيح] - [متفق عليه] - [صحيح البخاري: 1169]

Aisha, de Moeder der gelovigen (moge Allah tevreden zijn met haar) zei:
"Dat de Profeet Mohammed (vrede zij met hem) bij geen enkele vrijwillige aanbidding zo zorgvuldig en standvastig was, noch er zoveel ijver en toewijding voor aan de dag legde, als voor de twee aanbevolen gebedsrak‘aat vóór het ochtendgebed (fadjr)."
[Authentiek] - [Overeengekomen tussen al-Boekhari en Moeslim] - [Sahih al-Boekhari - 1169]

Uitleg

Aïsha, de Moeder der Gelovigen — moge Allah tevreden met haar zijn — heeft overgeleverd dat de Profeet Mohammed (vrede zij met hem) bij geen enkele vrijwillige aanbidding zo zorgvuldig en standvastig was, noch er zoveel ijver en toewijding voor aan de dag legde, als voor de twee aanbevolen gebedsrak‘aat vóór het ochtendgebed (fadjr).

De voordelen van de overlevering

1. De vrijwillige gebeden omvatten alle daden van aanbidding die niet tot de verplichte gebeden behoren; in deze context verwijst het specifiek naar de 'regelmatige soenna-gebeden' die nauw verbonden zijn aan de verplichte gebeden.
2. Deze regelmatige soenna-gebeden (as-soennan ar-rawaatib) zijn: twee rak‘aat vóór het ochtendgebed (fadjr), vier vóór het middaggebed (dohr) en twee erna, twee na het avondgebed (maghrib) en twee na het nachtgebed (‘isha).
3. De twee aanbevolen rak‘aat vóór het ochtendgebed (fadjr) worden zowel tijdens verblijf als tijdens reizen verricht, in tegenstelling tot de overige soenna-gebeden na dohr, maghrib en ‘isha, die uitsluitend tijdens verblijf worden gebeden.
4. Er rust een sterke aanbeveling op het verrichten van de twee rak‘aat vóór het ochtendgebed; het past de gelovige niet deze te veronachtzamen.