عَنْ أُمِّ عَطِيَّةَ رَضِيَ اللَّهُ عَنْهَا قَالَتْ:
نُهِينَا عَنِ اتِّبَاعِ الجَنَائِزِ، وَلَمْ يُعْزَمْ عَلَيْنَا.
[صحيح] - [متفق عليه] - [صحيح البخاري: 1278]
المزيــد ...
Overgeleverd door Oem 'Aṭiyya (moge Allah tevreden met haar zijn), die zei:
"Ons werd afgeraden de begrafenisstoet te volgen, doch dit verbod werd niet met klem aan ons opgelegd."
[Authentiek] - [Overeengekomen tussen al-Boekhari en Moeslim] - [Sahih al-Boekhari - 1278]
Oem 'Aṭiyya al-Ansariyya (moge Allah tevreden met haar zijn) bericht dat de Profeet Mohammed (vrede zij met hem) de vrouwen heeft afgeraden om mee te lopen met begrafenisstoeten, uit vrees voor de beproevingen die zij daarbij kunnen ondervinden of veroorzaken, en wegens hun geringe vermogen tot standvastigheid bij zulke plechtigheden. Vervolgens vermeldde zij (moge Allah tevreden met haar zijn) dat de Profeet (vrede zij met hem) dit verbod niet met dezelfde nadrukkelijkheid oplegde als hij gewoon was te doen bij andere verboden zaken.