عَنْ عَبْدَ اللهِ بْنِ عَمْرٍو رَضيَ اللهُ عَنْهُمَا يَقُولُ: قَالَ رَسُولُ اللهِ صَلَّى اللهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ:
«مَنْ لَقِيَ اللهَ لَا يُشْرِكُ بِهِ شَيْئًا لَمْ تَضُرَّهُ مَعَهُ خَطِيئَةٌ، وَمَنْ مَاتَ وَهُوَ يُشْرِكُ بِهِ لَمْ يَنْفَعْهُ مَعَهُ حَسَنَةٌ».  
                        
[صحيح] - [رواه أحمد] - [مسند أحمد: 6586]
                        
 المزيــد ... 
                    
Abdellah ibn Amr (moge Allah tevreden zijn met hen beiden) zegt dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei:
"Wie Allah ontmoet zonder iets aan Hem gelijk te stellen, diens zonden zullen hem niet schaden; en wie sterft terwijl hij iets aan Allah gelijkstelt, zal geen enkele goede daad hem baten." 
                                                     
                                                                                                    
[Authentiek] - [Overgeleverd door Ahmed] - [Moesnad Ahmad - 6586]                                            
De Profeet (vrede zij met hem) heeft bericht dat wie sterft en Allah ontmoet als een zuivere monotheïst, die niets aan Hem gelijkstelt, behoort tot de bewoners van het Paradijs, zelfs indien hij vanwege zijn zonden tijdelijk in het Vuur wordt gestraft. En wie sterft terwijl hij iets aan Allah gelijkstelt, zal geen enkele goede daad hem baten; het Paradijs is hem dan verboden.