عَنْ أَبِي هُرَيْرَةَ رَضِيَ اللَّهُ عَنْهُ أَنَّ رَسُولَ اللَّهِ صَلَّى اللهُ عَلَيْهِ وَسَلَّمَ، قَالَ:
«مَنْ قَالَ: لاَ إِلَهَ إِلَّا اللَّهُ، وَحْدَهُ لاَ شَرِيكَ لَهُ، لَهُ المُلْكُ وَلَهُ الحَمْدُ، وَهُوَ عَلَى كُلِّ شَيْءٍ قَدِيرٌ، فِي يَوْمٍ مِائَةَ مَرَّةٍ، كَانَتْ لَهُ عَدْلَ عَشْرِ رِقَابٍ، وَكُتِبَتْ لَهُ مِائَةُ حَسَنَةٍ، وَمُحِيَتْ عَنْهُ مِائَةُ سَيِّئَةٍ، وَكَانَتْ لَهُ حِرْزًا مِنَ الشَّيْطَانِ يَوْمَهُ ذَلِكَ حَتَّى يُمْسِيَ، وَلَمْ يَأْتِ أَحَدٌ بِأَفْضَلَ مِمَّا جَاءَ بِهِ إِلَّا أَحَدٌ عَمِلَ أَكْثَرَ مِنْ ذَلِكَ».
[صحيح] - [متفق عليه] - [صحيح البخاري: 3293]
المزيــد ...
Aboe Hoerayra, moge Allah tevreden zijn met hem, zei; dat de Profeet (vrede zij met hem) zei:
"Wie ‘Lā ilāha illa Allah, wahdahu lā sharīka lah, lahul-mulku wa lahul-ḥamdu wa huwa ʿalā kulli shayʾin qadīr’ (Er is geen god dan Allah, de Ene, zonder deelgenoot; aan Hem behoort de heerschappij, aan Hem komt alle lof toe, en Hij is Almachtig over alle dingen) honderdmaal daags uitspreekt, voor hem is een verheven beloning weggelegd : Hij zal de beloning ontvangen alsof hij tien slaven heeft vrijgekocht; voor hem zullen honderd goede daden worden opgetekend en honderd zonden van zijn bladzijden worden uitgewist. Bovendien zal het die dag een bescherming voor hem vormen tegen Satan, tot aan de avond valt. Niemand zal die dag met iets beters voor de dag treden dan hij, behalve degene die méér dan dat heeft verricht."
[Authentiek] - [Overeengekomen tussen al-Boekhari en Moeslim] - [Sahih al-Boekhari - 3293]
De Profeet (vrede zij met hem) heeft meegedeeld dat degene die zegt: (La ilaha illa Allah) Er is niets dat terecht als godheid aanbeden wordt behalve Allah alleen; (Wahdahu la sharika lah) Hij is de Enige, zonder deelgenoot in Zijn Goddelijkheid, Heerschappij, Namen en Eigenschappen; (Lahul-mulku) aan Hem behoort de absolute heerschappij over al wat bestaat; (Wa lahul-hamdu) aan Hem komt alle lof toe over alles wat Hij geschapen en beschikt heeft; (Wa huwa 'ala kulli shay'in qadir) en Hij beschikt over de volmaakte macht over alle dingen, zonder dat iets Hem tegenhoudt. Wie deze verheven lofprijzing honderdmaal daags uitspreekt, zal een beloning ontvangen alsof hij tien slaven heeft vrijgekocht; voor hem worden honderd goede daden opgetekend, honderd zonden uitgewist en hij zal die gehele dag beschermd zijn tegen de listen en het kwaad van Satan. Niemand zal die dag boven hem uitstijgen, behalve degene die méér heeft verricht dan hij.